Prof. dr. Johanna Maria van Winter
Een laatmiddeleeuws schilderij met een uitgesproken Rooms-katholieke voorstelling, in de 16e eeuw overschilderd en gebruikt als ondergrond voor een Bijbeltekst uit de brieven van Paulus, het is een raadselachtige combinatie die aanleiding was voor een diepgravend onderzoek door twee gedreven onderzoeksters, Truus van Bueren en Corinne van Dijk, dat uiteindelijk zal resulteren in een nieuw boek dat binnenkort zal worden gepresenteerd.
Het boek van Truus van Bueren en Corinne van Dijk gaat over een keerpunt in de geschiedenis van Utrecht, toen de stad zich aansloot bij de strijd tegen de Spaanse overheersing en overging tot de Gereformeerde religie, dat wil zeggen het Protestantisme. Maar tussen de aanhangers van dat nieuwe geloof heerste geen eendracht, want er waren de strenge Calvinisten of Consistorialen tegenover de rekkelijke of vrijzinnige aanhangers van Hubert Duifhuis, eerst priester en sinds 1578 predikant van de Jacobikerk.
Het was een uitzonderlijk schouwspel, zoals dat door de katholieke broeder Wouter Jacobsz. uit de abdij Stein bij Gouda werd beschreven: in dezelfde kerk preekte in 1578 iemand de ketterse leer van de Calvinisten, onmiddellijk nadat zijn collega, een priester, op het altaar in diezelfde kerk de heilige mis had opgedragen. Broeder Wouter Jacobsz. ergerde zich hieraan, maar de latere predikant Johannes Wtenbogaert ging als jongeman juist graag naar de preken van Hubert Duifhuis luisteren. Alles ging in rust en vrede, schrijft hij in zijn Kerckelicke historie (uitgegeven in 1646). In 1579 werd Utrecht gereformeerd en moest de katholiek gebleven collega van Hubert Duifhuis verdwijnen.
Toen ik delen van de conceptversie van het boek las, realiseerde ik me dat het misschien niet toevallig was dat Duifhuis zoveel aanhang kreeg. Het kerkvolk van de Jacobikerk bestond vermoedelijk voor een groot deel uit de bewoners van de middeleeuwse wijk Stathe, waar in de 10e tot 12e eeuw aan een later tot Waterstraat verzande Vechtarm een haven met een levendige markthandel floreerde. Daarom hadden ook de gilden van de schuitenvoerders en de zakkendragers hun altaar en, na de Reformatie, hun tekstbord in de Jacobikerk. Tegenwoordig heet deze wijk het Havenkwartier, waar de Oudegracht uitloopt in de Vecht die door de Bemuurde Weerd stroomt. Deze mensen dankten hun tolerante en vrijzinnige geloofsbeleving vermoedelijk ook aan hun omgang met veel verschillende opdrachtgevers, die allemaal naar wens bediend moesten worden.
Voor het realiseren van dit prachtige interdisciplinaire onderzoeksproject is veel geld nodig en daarom worden via crowdfunding zoveel mogelijk sponsors gezocht. Ik beveel u van harte aan hieraan mee te doen.
_______________
Prof. dr. Johanna Maria van Winter, emerita hoogleraar in de Geschiedenis van de Middeleeuwen aan de Universiteit Utrecht