De geschiedenis van het onderzoek – Deel 2
Het zichtbaar maken van de voorstelling (tussen 1996 en 2013)
Toen we eenmaal wisten dat er inderdaad een volledig schilderij onder de tekst schuilging, wilden we er natuurlijk meer van weten. Wat volgde was een onderzoekstraject dat meerdere jaren besloeg.
Allereerst werd er met een infraroodkijker onderzocht of de witte laag onder de letters doordringbaar was voor infraroodlicht. Dat bleek inderdaad het geval. Het was dus de moeite waard om met de (veel duurdere) infraroodreflectografie aan de slag te gaan. Met speciale apparatuur kunnen hiermee de onderliggende verflagen zichtbaar gemaakt worden op een beeldscherm.
Het eerste onderzoek van het tekstbord gebeurde in 1996 onder leiding van prof. dr. Molly Faries (Indiana University, V.S.). Er werden opnamen gemaakt van een aantal delen van de voorstelling. Dr. Margreet Wolters (RKD, Den Haag) maakte in 2009 een volledige opname met nieuwere apparatuur. Ten slotte bood Ige Verslype, inmiddels restaurator in het Rijksmuseum Amsterdam, in 2012 aan een opname te maken met de nieuwste apparatuur, beschikbaar gesteld door het museum. Hierdoor verkregen we het meest complete, gedetailleerde en leesbare beeld van het verborgen schilderij tot nu toe. Ook al kon het infraroodlicht niet door de geel, goud en zwarte letters heendringen, toch zijn de kleinste details goed zichtbaar, iets wat ons bij de volgende fase van het onderzoek erg goed van pas zou komen.
Dit was echter niet de laatste stap. Infraroodreflectografische opnamen leveren een zwart-wit beeld op. De gespecialiseerde fotograaf Rik Klein Gotink maakte daarom in 2013 een ‘extreem hoge resolutie’ opname. Doel van deze techniek was de kleuren die door de overschildering schemeren, te versterken en deze toe te voegen aan de IR-opname. De kleuren zijn op deze manier (nog) niet heel precies te achterhalen, maar toch wisten we nu veel beter wat men zag toen het tekstbord nog een schilderij was.
En wat voor schilderij! Wat het technisch onderzoek uiteindelijk zo de moeite waard maakte was dat het ons in staat stelde het schilderij te vergelijken met andere Gregoriusmissen. Toen we dat deden bleek pas echt dat het zeer beslist niet een werk was van dertien in een dozijn!